Is het haalbaar om hele wijken met al hun soorten gebouwen en soorten bewoners en gebruikers van het gas af te krijgen? Waar moeten deze wijken de nodige energie vandaan halen, uit de omgeving, andere delen van de stad of elders? Kan de schaarse technische beroepsbevolking in ons land de energiebesparende renovaties en aanleg of versterking van energienetwerken aan? Een DNA expertmeeting op 24 oktober 2019 over de immense uitdagingen van de energietransitie en onze zoektocht naar oplossingen, onder leiding van oud-planoloog Peter Smit. Aansluitend laten wij tijdens een discussieronde ons licht schijnen op regionale ontwikkelingen op dit gebied. En op de mogelijke rol van DNA-leden. Reken op een boeiende avond!
Oud-planoloog Peter Smit houdt de ontwikkelingen nauwlettend bij. De discussies over warmtenetten, waterstof, hoogwaardige isolatie en netbeheer. Vanuit zijn stedenbouwkundig perspectief komt Peter op interessante afwijkende denkrichtingen voor transitieplannen. Tijdens de DNA expertmeeting gaat hij daarover met de aanwezigen in discussie.
In ons klimaat is energieneutraal zonder seizoensopslag een wassen neus. En gepaste spoed is noch politiek noch in de praktijk makkelijk te realiseren, ook niet als er een flinke geldkraan open zou gaan. Als de eerste kleine stappen al lastig in praktijk te brengen zijn, wie laten we de afwegingen maken op schaalgrootte? Toekomstige CO2-‘neutrale’ scenario’s brengen ook risico’s met zich mee, denk aan milieuschade door diepteboringen of concurrentie tussen voedselgewassen en biomassaproductie. Het grootste knelpunt is de uitvoering: voor alle plannen komen we vakmensen te kort.
Wijken zonder gasaansluiting: inspannings- of resultaatverplichting?
Opgeschud door Groningse aardbevingen heeft het rijk onlangs de gemeentes gevraagd om nog binnen 2020 te bepalen wanneer de verschillende stadswijken van het gas af gaan. Er is veel en grotendeels gegronde weerstand tegen windparken en zonneweides in het Nederlandse landschap. Als we met het aardgas ook het gasleidingnet zouden wegdoen ontnemen we onszelf een zeer uitgebreid distributienetwerk met flinke energiecapaciteit. En zadelen we de netbeheerders op met een gigantische opgave voor de aanleg van een ander energietransportsysteem. En de vele kleinverbruikers met kosten van nieuwe apparatuur en installaties. En als we ons huidig gas willen vervangen door groen methaan, dan is de capaciteit uit vergisting van Nederlandse biomassa te klein. Maar als de benodigde duurzame energie van zee of uit het buitenland moet komen is het de vraag of de plannen hiervoor wel op lager dan het rijksniveau gemaakt kunnen worden. En als gemeentes zelf de termijn vast mogen stellen wanneer wijken van het gas af gaan en onder welke condities, is het zeer de vraag wanneer we klimaatneutrale resultaten kunnen verwachten.
Ondertussen stapt men in Duitsland juist over op gas, omdat het minder CO2 oplevert dan bruinkool… Is tijd en aandacht voor ‘van het gas af’ eigenlijk goed besteed in het kader van het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen?
Technische ontwikkelingen op weg naar klimaatneutraal Nederland
Tijdens deze expertmeeting zet Peter duurzame alternatieven voor gasgebruik en grijze stroom en de haalbaarheid ervan op een rij. Op technisch vlak duiken er steeds weer nieuwe hoopvolle ontwikkelingen op: ecovaten voor warmteopslag, zeewier voor vergisting, windmolens als grassprieten die geen klappen uitdelen aan argeloze vogels, zonnecellen in fietspaden die ook reageren op diffuse straling, kleinschalige waterstofproductie om de piekproductie van zonneweides te verwerken … allemaal experimenten waarvan de effectiviteit en financiële haalbaarheid nog moet blijken.
Warmtenetten worden vaak, en vooral op gemeentelijke schaal, gezien als heilige graal. Maar bij warmtedistributie gaat warmte verloren, de aanleg van leidingen is zeer arbeidsintensief en vaak stoten de huidige warmtebronnen juist veel CO2 uit. Ook geothermie moet als een toevalstreffer worden gezien: hoeveel warmwater zal een bepaalde boorput opleveren en voor hoe lang? En willen we onze grote energiebehoefte uit bodemwarmte dekken komen we tot risicovolle technieken (fracken) met grote milieu-impact.
Ook met zonneweides zijn we er niet. Gezien de grote hoeveelheid CO2-uitstoot bij de productie van zonnecellen is het zeer de vraag of ons land met relatief weinig zonuren wel überhaupt een geschikte locatie is. En gezien de tijden van opwekking en behoefte zo ver uiteen liggen kan dit alleen in combinatie met lange-termijnopslag als klimaatneutrale optie gelden. Hiervoor zetten we overtollige stroom om in waterstof. Deze kunnen we distribueren via ons gasnetwerk. Hiervoor moet de waterstof worden gemethaniseerd en daarvoor is groen koolzuurgas nodig. Met het opvangen en inzetten van dat restproduct van vergisting is echter nog heel weinig ervaring: alle kans dat toch fossiele uitlaatgassen zullen worden gebruikt.
En zolang overheidsbeleid investeringen van netwerkbedrijven in hoognodige innovaties en afwijkende benaderingen ‘buitensporig’ acht zullen die bedrijven zich er niet aan branden.
Verlaging energiebehoefte essentieel voor klimaatneutraal Nederland
Rigoureuze verbruiksreductie komt volgens Peter ongepast zelden aan de orde. Vooralsnog lijkt een overstap naar een andere energiedrager meer haalbaar. Ook waar wel gekozen wordt voor isolatie en energiebesparing staat onze neiging om het laaghangende fruit eerst te plukken (snel werken met zo min mogelijk kosten en inspanning) vaak haaks op de lange-termijn-doelen van renovatie. Maar de kans is groot dat de vele veranderingen in het energielandschap zullen leiden tot prijsverhogingen van alle dragers. Gebruikers die daarvan gevrijwaard willen worden doen er goed aan grondig te isoleren en warmteterugwinning op te nemen in hun ventilatiesysteem.
Voorlopig concludeert Peter dat het tekort aan mensen die de grote opgave klaar kunnen spelen de grootste beperkende factor is: timmerlieden, leidingleggers en installateurs die voor alle energiebesparende renovaties en aanleg of versterking van netwerken onontbeerlijk zijn. De vraag is of gemeentes en hun adviseurs zich hiervan voldoende bewust zijn. Vanuit zijn stedenbouwkundig perspectief komt Peter op interessante afwijkende denkrichtingen voor transitieplannen.
Een informatieve exportavond over de immense uitdagingen van de energietransitie en onze zoektocht naar oplossingen. Aansluitend laten wij tijdens een discussieronde ons licht schijnen op regionale ontwikkelingen op dit gebied. En op de mogelijke rol van DNA-leden.
Praktische informatie
24 oktober – inloop 19.00 uur, aanvang 19.15 uur, einde 21.00 uur. Horaplantsoen 20, 6717 LT Ede.
DNA-leden nemen gratis deel, andere geïnteresseerden: 25 euro ex kosten en btw.